Zelf kiezen wat je wilt leren, dat is toch het leukste wat er is? Binnen ons ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) staan de kinderen zelf centraal, en leggen we de nadruk op hun brede ontwikkeling en hun eigen identiteit. Op wie zij zijn.

Ook belangrijk binnen OGO: emotioneel vrij zijn, nieuwsgierigheid en zelfvertrouwen. Kinderen mogen zelf initiatief nemen in de les, en verschillen zijn juist leuk.

In de onderbouw is er veel ruimte voor spel en activiteiten die uitnodigen tot onderzoek, en die binnen het thema passen. Ook leren kinderen hun eigen vragen te formuleren. Vanaf groep 3 en 4 gaan kinderen naast spel steeds meer onderzoekend leren en mogen ze zelf aan de slag met hun eigen leervragen.

Levendige thema’s

Het hele jaar door werken we op school met thema’s om ons OGO-onderwijs mogelijk te maken. Het Heelal en de Ruimte, bijvoorbeeld. Of: ‘Ik maak je weer beter’. We rekenen ook met echte materialen in plaats van alleen uit een boekje. We vragen of ouders iets willen vertellen over hun beroep als dat bij het onderwerp past. We spelen met de kleuters het werken in de dokterspraktijk na. Op die manier halen we de wereld naar binnen en zorgen we ervoor dat het thema in heel veel lessen terugkomt.

In groep 1 t/m 4 is er veel ruimte voor spel. Vanaf groep 5 gaan de kinderen naast spelactiviteiten op onderzoek uit over wat ze willen leren. Vragen als: ‘Hoe werkt het hart?’ en ‘Hoe lang duurt het voordat je op de maan bent?’ komen bij de kinderen zelf vandaan. En ze mogen ook zelf kiezen hoe ze die vraag beantwoorden. De nadruk ligt daarbij niet op het resultaat, maar op het proces. Waar sta ik nu? Waar wil ik naartoe? Welke stappen zet ik? Wie kan mij helpen?